|
Je ne me suis jamais posé la question de l’influence de ma nationalité française sur mon travail d’artiste aux Pays-Bas. J’entame la deuxième moitié de ma vie, de femme et de peintre dans cette ville fascinante qu’est Rotterdam. Ma vie est ici, mes pinceaux et mes toiles aussi. Je suis inspirée par les gens et les choses que je côtoient au quotidien, je n’en peins pas pour autant que des tulipes et des sabots. Le voyage est plutôt intérieur et le lieu géographique n’a pas une grande conséquence à mes yeux. Peut-être les si fameux ciels des peintres flamands m’influencent inconsciemment quelque peu, ou les couleurs de Van Gogh... Par contre, si je me sens Française, alors je me joins avec fierté à la fratrie de ces immigrés clandestins de l’Art Cocorico que nous formons ensemble ici, en Pays Batave, notre terre d’accueil. Et si nous nous distinguons grâce à cela, alors je veux bien chanter: Allons enfants de la patrie...
|
|
Ik heb me nooit afgevraagd wat voor invloed mijn Franse nationaliteit heeft op mijn werk als kunstenaar in Nederland. Ik begin de tweede helft van mijn leven als vrouw en kunstenares in het boeiende Rotterdam. Mijn leven is hier, mijn kwasten en mijn doeken ook. Mijn inspiratie doe ik dagelijks, van mensen tot dingen, maar ik schilder dus bijna nooit tulpen en klompen. De reis is meer innerlijk en de geografische plek heeft niet zo’n groot belang in mijn ogen. Misschien wel onbewust word ik beïnvloed door het licht van de prachtige luchten van de Vlaamse schilders of de kleuren van Van Gogh... Maar als ik me echt Française voel, dan wil ik best met trots me aansluiten bij mijn landgenoten: de clandestiene immigranten van de Cocorico-kunst. Hier in dit land van Bataven, ons “gastland”. En als dat ons ook de gelegenheid geeft om ons te onderscheiden van de rest, dan wil ik best zingen: Allons enfants de la patrie....
|
|
|